Provincie Zuid-Holland wijst onderzoek naar kleine windmolens in Molenlanden en Gorinchem af

Gepubliceerd op 31 oktober 2024 om 09:25

De provincie Zuid-Holland heeft besloten geen onderzoek te doen naar de haalbaarheid en effecten van kleinere windmolens in de gemeenten Molenlanden en Gorinchem. Hoewel beide gemeenten de voorkeur geven aan kleinere molens vanwege mogelijke landschappelijke voordelen, legt de provincie de verantwoordelijkheid voor een dergelijk onderzoek bij de gemeenten zelf. Dit houdt in dat zij zelfstandig moeten kijken naar de impact van kleinere windmolens op de leefomgeving, natuur en het landschap.

Uit een advies van de landelijke Commissie voor de Milieu Effect Rapportages (MER-commissie) blijkt dat de provincie aanvankelijk had laten doorschemeren dat in het milieueffectrapport ook kleinere molens zouden worden meegenomen. Hier ziet de provincie nu van af. Als de gemeenten echter besluiten om windmolens tot 30 meter ashoogte op boerenerven of tot 45 meter op bedrijventerreinen te plaatsen, is hiervoor een afzonderlijk onderzoek noodzakelijk.

De MER-commissie merkt ook op dat natuurgebieden, zoals het Lingegebied en Diefdijk-Zuid, wellicht beter onderzocht kunnen worden als potentiële windmolengebieden, ondanks hun Natura 2000-status. Deze gebieden zijn beschermd, maar die status is niet primair vanwege hun belang voor vogels of vleermuizen, wat mogelijkheden kan openlaten voor duurzame energieprojecten.