Regelmatig stuit ik op hetzelfde troosteloze beeld: grof huisvuil dat achteloos naast de containers wordt gegooid. Het lijkt een plaag waar geen einde aan komt, ondanks alle inspanningen van de gemeente en klagende buurtbewoners. De reacties op Facebook spreken boekdelen. Ooit stroomde het sociale media platform over van de verontwaardiging, maar die reacties worden schaarser. Of dat komt doordat de illegale stort minder wordt of omdat mensen simpelweg moe zijn om erover te schrijven, blijft een vraag zonder bevredigend antwoord.
Persoonlijk zie ik ook regelmatig containerlocaties waar spullen liggen die duidelijk niet voor die plek bestemd zijn. Oude matrassen, kapotte meubels, afgedankte elektronica – allemaal afval dat netjes ingeleverd kan worden bij Waardlanden aan de Boezem. Maar nee, het wordt gemakzuchtig naast de containers gedumpt, alsof het probleem dan magisch verdwijnt.
Zaterdag kwam ik door de Abraham Kemplaan, en het was weer raak. Midden in het weekend trof ik een vuilnisbelt aan die ooit een keurige straat was. Het moet een doorn in het oog zijn voor de omwonenden, dacht ik bij mezelf. Dus nam ik een foto, als bijlage bij een artikel op mijn website. Tot mijn verbazing leken enkele buurtbewoners mijn actie niet eens op prijs te stellen. Alsof het fotograferen van hun gedeelde misère een nog grotere schande was dan het afval zelf.
Het is een frustrerend patroon en het lijkt dweilen met de kraan open. De hardnekkige gemakzucht van sommigen, gecombineerd met een zekere mate van onverschilligheid, maakt dit probleem bijna onoplosbaar. En terwijl vrijwilligers, als Schoon Gorinchem, hun best doet om de straten schoon te houden, blijft een deel van de burgers hun eigen leefomgeving verpesten.
Het illegaal plaatsen van grof huisvuil blijft een zichtbaar en hinderlijk probleem. Of misschien, heel misschien, komen we er nog eens achter dat er niets zo eenvoudigs is als het correct weggooien van ons afval.